Het steeds maar leuk willen hebben en willen genieten staat het genieten soms in de weg. Het was haar opgevallen hoe zij haar best aan het doen was op het moment dat de avond perfect was.
Haar man was terug van zakenreis, het haardje brandde, heerlijke wijn en mooie gespreksonderwerpen werden aangesneden. Dit is geluk dacht zij en wat kan ik nog meer doen om dit zo te houden of om dit nog groter te maken. Dat muziekje of juist…..of zullen we het daar over hebben of beter niet….. En daar begint het werken, het doen en niet het zijn waarin geluk is te ervaren, bijna los van de omstandigheden.
Op een bepaald moment herkende zij de beweging die zij aan het maken was. Zij herkende dit uit eerdere situaties. Zij gaat erg haar best lopen doen om het goed te hebben, het goed te laten zijn. De manier die zij kent is door enthousiast en positief te doen, misschien TE enthousiast, TE positief waardoor het een actie is vanuit doen, vanuit een beweging naar voren, in plaats vanuit het midden, vanuit zijn.
Een verschil kon zij ervaren op het moment dat zij dit gedrag bij zichzelf herkende. Zij kon een moment stil zijn, stil zitten en opmerken wat er gaande was. Ze merkte op dat de beweging in gang gezet werd door de angst dat het genieten anders voorbij zou zijn.
Door stil te zijn en afstand te nemen van dat wat er gaande was kon zij de keus maken terug te gaan naar het midden, te ontspannen en te zijn. Op dat moment kon zij zich weer openen voor wat er was en vreugde overviel haar.
Een ander soort gelukkig gevoel ontstond er terwijl zij niets aan het doen was, niet bezig was het geluk vast te houden, het beter te maken, het voort te laten duren.
Zo ook met de andere kant. Als er getob en gezwoeg is, als je hard je best aan het doen bent om het anders te hebben dan wat er op dat moment is, dan is er een soortgelijk proces gaande.
Je verdwijnt bijvoorbeeld in de analyse, je wilt het fixen en je wilt het anders hebben dan dat wat er nu is. De praktijk laat zien dat je door het te willen fixen, door het te willen weghebben, je de stroom blokkeert. Je beweegt uit het midden naar voren waardoor je verder uit balans raakt en vaak meer gaat doen van dat wat niet werkt.
De kunst blijft om steeds weer het midden te vinden en van daaruit doen wat er te doen is.
Wat ik hoor is dat mensen het beeld van ‘het midden’ helpend vinden.
Je weet wanneer je het midden verlaten hebt. Dit gebeurt door zaken te willen controleren en beheersen. Dan beweeg je naar voren (je wil in actie gaan) of je beweegt naar achteren (is laat maar waaien, zo erg is het niet etc.). Of naar links (is met het verleden bezig zijn) of naar rechts (is met de toekomst bezig zijn).
Wat kan helpen is om nu op te merken waar je mee bezig bent en op welke manier. Hoe zit je dan ten opzichte van het midden? En hoe is het om letterlijk in jou midden plaats te nemen en zoveel mogelijk rechtop te zitten? Eerst je midden vinden en een paar maal rustig de beweging van je adem volgen. Wat is het effect?
Een prachtige metafoor is van zuster Maria-Clara. Zij is één van de zusters die enige jaren geleden in Samaya woonde en werkte als pottenbakster en zij kwam tot de volgende ontdekking.
“Door pottenbakken wist ik ineens wat meditatie is. Je moet de klei in het midden brengen, centreren, en dan ontstaat – vanuit het middelpunt – de vorm.
Als je zelf niet rustig bent, kun je de klei niet in het middelpunt krijgen.
Toen wist ik dat je in je middelpunt moet zijn, in je midden, in je zijn, en dat je dan pas kunt mediteren en creëren – vanuit rust.”
Steeds weer contact maken met het midden, met je zijn. En van daar uit doen wat er te doen is. Dat is een hele oefening, dat is levenskunst!
Geef een reactie